De maat is vol. Een gezegde dat regelmatig tegen kinderen en jongeren gezegd wordt. Ik zie dan een maatbeker voor me die vol is met iets en nu overstroomt. Maar met wat is deze maatbeker vol? Wat meet deze maatbeker? De standaard van het normale en het moraal? De plaatselijke standaard of de standaard van Nederland, de westerse cultuur, Europa of van de hele wereld? Maar iemand aan de andere kant van de wereld heeft hele andere maten van normaal. Meten deze dan met andere maatbekers? Voor ieder “iets” een andere maatbeker. Waarom moet je eigenlijk alles meten? En kan daardoor de maat vol zijn. Je hebt een aantal regels nodig om samen te kunnen leven, zo kan het geluk van de één natuurlijk niet over de dood van een ander gaan. Maar je mag wel verschillende kleine fouten maken totdat de maatbeker vol is. Want dit zegt het gezegde.
Als de inhoud het moraal is hoe ziet de buitenkant er dan uit? Wat staat er als maateenheid op de buitenkant? Kort gezegd; Hoe meet je het moraal? En wanneer is de maat vol? Hoe belangrijk wordt het moraal gevonden?
Met deze serie maatbekers wil ik mensen laten nadenken over het moraal. De maatbekers hebben allerlei vormen en verschillende aanduidingen van maateenheden, om zo de vraag te stellen hoe meet je moraal en waarmee?